De keuze die ik maak wordt niet door alle partijen geaccepteerd. De belangrijkste ander in deze negeert wat ik wil en houdt vol aan wat was. Dat is een milde omschrijving voor de situatie waarin ik me bevind.
Ik wist dat mijn keuze een aardbeving zou veroorzaken, voor mij, voor de mensen die ik hierin mee neem. Ik ben me bewust dat dit een langdurige aardbeving kan zijn, een hoge score op de schaal van Richter. De aardbeving brengt een storm met zich mee en tot slot een lawine. Hoe ik het leven ook beschermd heb van te voren, de ramen dichtgetimmerd, genoeg eten en drinken in huis en noodverlichting, ik kan het alleen maar uitzitten lijkt het.
De storm raast door en de lawine lijkt alles verwoestend.
Verwoestend. Relaties, vertrouwen, veiligheid, familieverhoudingen. Alles lijkt kapot te kunnen en zelfs te moeten. Het begint met oneens zijn en eindigt voor de rechter, alle instanties gehad.
Een lawine die eenmaal is gestart is niet meer te houden. Geen hek, geen huis, geen bomen houden een lawine tegen. Zo is het ook met de lawine in mijn leven, geen hulpverlener, geen goed advies, geen vriendelijk woord stopt wat er in gang is gezet. Verzet heeft geen enkel nut. Weerstand levert meer vernieling op.
Voor nu wacht ik tot de lawine is uitgeraasd. Pas dan ga ik graven. Graven naar wat er over is, wat ik kan herstellen, wat is meegesleept door het geweld. Graven zodat de veerkracht zichtbaar wordt, er terug geveerd kan worden.
Waar ik eerst nog zwijg op opmerkingen als ‘wie had dat nou verwacht’, kan ik nu niet anders dan me uitspreken. ‘Ja ik had dit verwacht. Niet zo lang, niet zo sterk. Wel verwacht, het zat er in’. Dan valt de ander stil. Dat mag.
Er is één groot voordeel; ik heb een team. Een ijzersterk team, uitgerust met lawinepiepers, sondes, scheppen en een ongelooflijke veerkracht. Met dit team durf ik de lawine af te wachten, wetend dat er na de lawine weer zonlicht zichtbaar is en de fundering ijzersterk.