In het moeizame, pijnlijke vervolg van de loskoppeling kwamen er veel mensen voor bij. Experts volgens de systemen. Opvallend was dat de experts veel woorden hadden, woorden waarin ze elkaar herhaalden. In willekeurige volgorde schrijjf ik hier over woorden die me bij zijn gebleven. Woorden die verschil maakten, woorden die de plank volledig missloegen. Of juist woorden die me raakten omdat ze zo klopten.
Het was een doorsnee dag in een bijna doorsnee week. Doorsnee betekende op dat moment veel stress, veel verbale strijd en vooral ook buikpijn omdat het zo niet verder kon maar ik ook niet meer kon verzinnen hoe het wel moest. Ze (vrijwel altijd een ‘ze’ in alle hulpverlening) zat op de bank voor een er tussen gepland huisbezoek. Ik benoemde dat ik er buikpijn van kreeg dat ze straks weer moesten wisselen, naar hun vader moesten.
Daar kwam ze voor zei ze, om te vertellen dat ze niet gingen wisselen straks. Het drong niet echt tot me door. Niet meer wisselen straks? Wanneer dan? Morgen? Na het weekend? En hoe zou hij daarop reageren? Wat voor escalatie zou er nu weer komen? Na een stilte zei ze ‘Ze gaan niet meer naar hem toe. Het is niet veilig. Het stopt per direct’
Van te voren zou ik gezegd hebben dat ik opgelucht zou zijn bij zo’n bericht. In werkelijkheid begreep ik het vooral niet. Want voor hoe lang dan? Een week ofzo? ‘Nee. Voor zeker de hele zomer’. En daarmee maakten deze woorden, dit gesprek, een groot verschil.
Want opeens was ik van partime moeder fulltime moeder, van vrouw met een lat-relatie iemand met een afstandsrelatie, van flexibele werknemer naar werken volgens strakke planning. En stond er 6 weken zomervakantie voor de deur waarin ik er maximaal 3 vrij kon nemen. Wat geen punt was want de andere 3 zouden ze bij hun vader zijn. Zouden…
Het grootste verschil maakten de woorden die niet werden gezegd. Er kwam geen vraag of ik dat ging redden, of ik dat rond kreeg, wat het met me deed. Niet op dat moment, niet in de maanden die volgenden.
Ze gaan niet meer naar hem toe.
Een wereld van verschil.