Niet met je hoofd boven het maaiveld uitkomen. Dat is niet handig, niet verstandig, teveel opvallend. Opgaan in de massa is slimmer, veiliger. Doe maar gewoon.

Wie bepaald wat de hoogte is van het maaiveld? Wat is er bovenuit komen? Met mijn haar? Mijn ogen? Mijn volledige gezicht? En wat als ik het toch doe?

Dan val ik op. Dan ben ik zichtbaar. Zichtbaar is eng want dan kan ik aangesproken maar vooral ook afgerekend worden op wat ik doe, op wie ik ben. Afgerekend worden moet per definitie voorkomen worden. Dus onder het maaiveld blijven want als niemand me ziet ben ik veilig. Onzichtbaar, onderdeel van de massa, voldoe ik aan ‘de maatstaf’. 

Langzaam maar zeker komt het besef dat ik het misschien niet zo goed doe in die massa, onder dat maaiveld. Dat ik benieuwd ben wat er gebeurd als ik er bovenuit kom. Wat is het uitzicht dan? Zijn daar andere mogelijkheden? Zou het de bedoeling zijn dat ik boven dat maaiveld uit ga? Hoe dan? Durf ik dat? En dan? Oneindig veel vragen en twijfels in mijn hoofd, het loopt rondjes en daardoor vast. Mijn hart weet de weg, het maaiveld uit. 

Boven dat maaiveld word ik zichtbaar. Dan vinden mensen wat van wat ik doe, wie ik ben, wat ik schrijf. Zichtbaar zijn is ook gevonden kunnen worden door wat energie geeft, ontmoetingen met mensen die dat wat zichtbaar is herkennen. Boven het maaiveld uit is het leven, is mijn hoofd stoten maar ook het zonlicht vangen. De sterren zien en de maan zijn licht zien verspreiden. Boven het maaiveld ligt het avontuur…