Na het blog ‘schaamte’ kreeg ik het verzoek, of de opdracht misschien wel, om ook te schrijven over trots. Daar heb ik lang over na moeten denken. Want trots…. waarop dan? Waarom dan? Ik zie vooral scherp waar ik het anders had willen doen, had kunnen doen, had bedacht. Waar het niet gaat zoals ik had gehoopt, het effect uitblijft. Oneindige voorbeelden daarvan. Maar trots? Dat vind ik ingewikkeld.

Dat waar ik nu sta, waar we nu staan, ervaar ik niet als iets om trots op te zijn. Het is het resultaat van heel hard werken, van oneindig doorzetten, van omvallen en weer opstaan x 100. Het is niet vanzelf gegaan, dat klopt. Maar trots? Dat ben je toch op iets wat geweldig is, wat super goed is? Nu, dat is alles sinds de loskoppeling niet te noemen. Daarvoor trouwens ook niet .

Als ik dan iets moet noemen (en dat moest ik… therapeuten zijn volhardend) dan is dat dat ik nog sta. Dat ik nog steeds ga voor wat ik denk dat goed is en dat de instanties dat nu gaan zien. Maar vooral op dat ik nog sta. Al ondermijn ik mezelf daar ook meteen in. Want dat ik nog sta is geen keuze, dat kan niet anders. Want de kinderen hebben stabiliteit nodig en dat is mijn rol, positie, taak. Dus sta ik nog. Want iemand moet het doen, zoiets. Dus hoezo trots op iets wat je doet omdat je geen optie hebt het anders te doen.

Dus trots… ingewikkeld. Dat vergt nog oefening, ervaren. Ik vertrouw er maar op dat dat dan ook nog komt, dan zal ik het laten weten.