Vandaag ben ik gaan lopen

Ik maak me klein bij elk geluid

Ik ben veel banger dan ik was, toen ik nog stil stond mag zo wezen, maar ik kom eindelijk, ik kom eindelijk voorruit.

Vandaag ben ik gaan lopen

En waar ik loop is van nu af aan een weg.

Kijk me lopen zeven sloten

Hoogste bergen andersom

Ik ben hoe dan ook gaan lopen

Ik zie wel waar ik kom

Diepe dalen mooie paden

Ik glim bij wat ik zachtjes haast onhoorbaar fluisterend zeg.

Waar ik gelopen heb

Is van nu af aan een weg.

Vandaag ben ik gaan lopen

Omdat dat is wat ik wou

Hier loop ik nou….

Deze tekst is van Acda en de Munnik en is één van de teksten die mij raakt, die ik bijna woordelijk kan opzeggen. Ik kies ervoor om te gaan lopen. Lopen in een richting die er nog niet was, op een pad wat ik nog niet zie. 

De angst om te gaan lopen is immens. Ik weet wat ik heb en dat ik daar niet gelukkig van wordt, belemmerd wordt, beschadigd wordt. Maar kan ik lopen, een pad vinden, overeind blijven staan?

Ik zet de eerste stap, een volgende. Overzie niet het pad maar wel mijn volgende stap. Er komt beweging, vooruitgang. Er ontstaat een pad, mijn pad. Mijn weg door het leven, met tegenslagen, met keuzes die minder slim zijn en gevolgen die ik niet altijd overzie. Maar ik loop!

Soms ren ik, soms schuifel ik, soms voelt het alsof ik krukken nodig heb om te blijven staan voor de volgende stap. Soms lijk ik te zweven, soms kunnen mijn benen mijn gewicht amper dragen. De bergen lijken onhaalbaar hoog, het dal zo diep om door te komen. Iedere dag een stapje maakt ook een pad.

Altijd is het wat zij zingen; Omdat dit is wat ik wou, hier loop ik nou!