Hersenen houden van patronen, voorspelbaarheid, weten wat er komt zodat een reactie klaar kan staan. Patronen slijten in, worden olifantenpaadjes. Zelfs als het nare patronen zijn, als het pijn doet…

Het loskoppelen is ondertussen al even geleden. Waar ik in de eerste weken het gevoel had dat ik steeds opnieuw in het patroon terecht kwam, worden de momenten los van de patronen steeds iets groter. Soms zelfs van momenten naar periodes. Al is periode ook wel een groot woord voor de tijd die ik los kan komen.

Steeds opnieuw gebeurd er iets wat maakt dat ik alle zeilen moet bijzetten. Wat het patroon triggert en mijn hersens laat geloven dat het olifantenpaadje de enige weg is. Dat ik al gereageerd heb voordat ik het me bewust ben, vanuit het patroon. 

De toon van een zin, de woordkeuze.. in een email van 2 zinnen kan ik terug zijn in het patroon. Het zijn niet mijn hersens die het patroon verraden, bewust maken.  Mijn lijf geeft signalen, die ik nu herken. Mijn ademhaling verandert, de adrenaline giert door mijn lijf, m’n buik gaat zeer doen. De paniek, het adem inhouden totdat het over gaat, hopen dat het meevalt met de boosheid… Tot de realisatie dat het nu anders is, dat er veiligheid is. 

Voelen hoe diep het olifantenpaadje is, hoe diep de reactie in mijn systeem zit is confronterend, pijnlijk, verdrietig. Vaker dan me lief is heb ik bevestiging van buitenaf nodig. Dit is toch niet oké? Want mijn hersens zijn gedrilt in dat het aan mij ligt, als ik niet .. dan… of als ik nu juist wel.. dan.. De bevestiging van buitenaf komt, steeds opnieuw. Daar waar mijn lijf het voelt is er honderd procent bevestiging. Dit is niet oké. 

Heel langzaam wordt het patroon waziger, ontstaan er naast het olifantenpaadje nieuwe sporen, wennen mijn hersenen aan andere patronen. Uiteindelijk groeit het olifantenpaadje heel langzaam dicht. Misschien blijf ik het voor altijd zien maar er overheen lopen doe ik  dan niet meer, de paadjes ernaast zijn veel mooier.